Ingeborg zal je nooit betrappen op een leugen, maar mocht haar man Roland tegen haar liegen, dan zou ze het waarschijnlijk ook niet doorhebben. Daarvoor vindt ze zichzelf te goedgelovig.
“Mensen die liegen, doen dat meestal uit angst. ‘Ik ben bang om je te kwetsen’, klinkt het. Dat klopt niet: mensen die liegen zijn bang om zélf gekwetst te worden. Ook in vriendschappen duld ik geen leugens”, zegt ze vastberaden in Primo.
Maar Ingeborg heeft het grootste vertrouwen in Roland en hij kent haar ook door en door. Niemand kent haar zo goed als Roland.
“Hij werd onlangs 71 en ik heb hem leren kennen toen ik 22 was. Mijn man kent het slechtste én schoonste in mij. Ik ken hem misschien niet voor de volle 100 procent. Bij Roland moet je soms diep graven om te weten wat hij denkt of voelt. Terwijl ik vaak een open boek ben. Het énige geheim dat ik voor Roland heb, is hoelang ik nog in ‘De verraders’ zit.”